8 mei 2024
Danae Smeets – Senior coassistent
Nog 3 maanden en dan is Danae basisarts. Hoe groot haar overtuiging 6 jaar geleden was te kiezen voor de studie Geneeskunde, zo groot is haar twijfel nu. ‘Is dit het leven dat ik wil?’ vraagt Danae zich af. Een zoektocht naar mogelijkheden.
‘Forensisch patholoog-anatoom worden, dat was mijn droom. Hoe zwaar die baan ook was en hoeveel uren ik per week zou moeten draaien, dat maakte niet uit. Als ik mijn werk met passie kon doen, had ik dat er graag voor over. Gaandeweg de opleiding ben ik me echter gaan realiseren dat er meer in het leven is dan werken.’
‘Ik weet één ding zeker in m’n leven’
‘Ik weet heel weinig dingen zeker, maar wat ik wél weet, is dat ik ooit moeder wil worden. Maar met een baan als arts vrees ik dat ik mijn kind niet zo zou kunnen opvoeden zoals ik dat graag zou willen. “Parttime” heeft in de gezondheidszorg namelijk toch wel een andere betekenis. Als ik met artsen en specialisten spreek, dan brengen zij – met een beetje geluk – hun kindjes naar de opvang en als ze thuiskomen, liggen ze al in bed. Zo zie ik het moederschap niet voor me. Ook in mijn coschap jeugdpsychiatrie heb ik gezien hoe belangrijk het is er voor je kinderen te zijn als ze opgroeien.
Maakt me dat een luie dokter? Sommigen vinden misschien van wel. Ik vind het vooral belangrijk om mijn tijd op deze aardbol wijs te gebruiken. Juist in de zorg zouden we moeten beseffen dat die tijd heel kort kan zijn.’
Een buitenbeentje
‘Tussen alle coassistenten voel ik me best een buitenbeentje. Als we bij terugkomgroepen bespreken hoe het gaat, hebben de meesten een duidelijk beeld en plan voor de toekomst. Ik moet dan zeggen dat ik het nog niet weet. En dat ik twijfel of ik überhaupt geschikt ben voor het artsenvak. Ben ik wel slim genoeg? Kan ik de druk wel aan? Of probeer ik uit plichtsgevoel in een rol te passen die mij eigenlijk niet ligt? Van artsen hoor ik dat die twijfels eigenlijk heel normaal zijn. Niemand wil fouten maken, maar het overkomt iedereen.’
Onderwijs geven is een kunst
‘Zodra ik afgestudeerd ben, neem ik de tijd om uit te zoeken wat ik wil. Zo lijkt onderwijs geven mij heel erg leuk. Mensen iets bijbrengen. Bijvoorbeeld hoe bepaalde ziektebeelden in elkaar zitten en dat op een begrijpelijke manier overbrengen. In de bachelor wordt daar zeker aandacht aan besteed, maar dat is erg theoretisch, het is theorie stampen. Om dat op een andere, interessante en beeldende manier over te brengen, lijkt me wel wat. Onderwijs geven is een kunst vind ik. Dat doe je er niet “even bij”.’
Samen met de patiënt tot de beste oplossing komen
‘Een andere kant die ik van mezelf heb ontdekt tijdens de coschappen, is dat ik het contact met de patiënt erg waardeer. Dat was voor mij niet zo belangrijk, dacht ik altijd. Als ik maar kon nadenken over ziektebeelden was mijn voorstelling. Maar achterhalen wat voor de patiënt het belangrijkst is, zodat je in samenspraak tot de beste oplossing komt, bevalt me heel erg. En ik merk dat ik het leuk en belangrijk vind om het ingewikkelde voor mensen begrijpelijk te maken. Zeker niet altijd even makkelijk, maar wel mooi. Dat past ook weer bij de onderwijs-kant die ik zo interessant vind.’
Medische Opleidingen denkt met je mee
‘In mijn zoektocht heeft Medische Opleidingen mij goed geholpen. Toen zij de mogelijkheid boden een loopbaangesprek te voeren met hen, meldde ik me direct aan. Zij denken en kijken echt met je mee. Zo kwamen zij met de mogelijkheid om anios Beschouwend te worden; een assistentschap waar je van meerdere specialismen kunt proeven. Juist omdat de richting voor mij nog niet helder was. Daar wilden ze me graag bij helpen.
In het gesprek met hen kwam ook mijn interesse in wetenschapsjournalistiek en onderwijs naar voren. Ook daar hielpen ze me wegen te vinden. Zo brachten ze mij in contact met de redactie van Zuyderland & Science, het wetenschapsblad van Zuyderland. Daarnaast lieten ze me kennismaken met het Innovatielab en het project “Zorgtransformatie”. Ook gaven ze me adviezen over mogelijke onderwijsfuncties. Naast het feit dat je vaak gepromoveerd moet zijn om onderwijs te geven, gaven ze aan dat je het onderwijs ook “in kan rollen”. Dan doe je eerst wat kleinere onderwijsklussen en vanuit daar stroom je door.
Voor mij zou een combinatie van schrijven, onderwijs en kliniek dus geweldig zijn. Ik zal die functie dan wel zelf moeten creëren, want nu bestaat die nog niet. Maar… er ontstaan áltijd nieuwe functies, dus wie weet….’