13 juli 2024
Ylien Deckers - anios Interne Geneeskunde
Ylien is nu derdejaars anios. Interne Geneeskunde. Onlangs solliciteerde ze op een aios-plek – ook Interne – en in januari start ze. Hoe lang het anios-traject duurt, verschilt per persoon. Ylien is zo’n 4 jaar anios geweest als ze start als aios: ‘Ik wilde eerst goed uitzoeken en ervaren wat ik wilde, wat echt bij me past. Daar had ik net iets meer ervaring voor nodig om die beslissing te kunnen maken. Nadat ik in België mijn Geneeskunde-studie had afgerond, ben ik naar Nederland gekomen. Via het ziekenhuis in Roermond ben ik in Zuyderland terechtgekomen. Hier heb ik nog een jaar het anios Beschouwend traject gedaan en toen wist ik zeker: de Interne is mijn ding. Over de vervolgstap binnen de Interne twijfel ik nog, want er komt nog heel veel op mijn pad. Wat ik wel al merk, is dat ik meer naar de chronische zorg neig en minder naar de acute zorg.’
Valkuil voor zorgend hart
‘Het beeld dat ik als 18-jarige had bij aanvang van Geneeskunde, komt niet helemaal overeen met de werkelijkheid. Ik wist dat het hard werken was, maar ik had het idee dat je om 17 uur de deur achter je dichttrekt. De praktijk blijkt anders. En dat wil je ook anders, vind ik nu! We werken met zieke mensen en dat stopt niet om 17 uur. Dat is ook meteen de valkuil voor mensen met een zorgend hart: als je met een patiënt bezig bent, wil je het ook zelf afronden. Soms zijn dingen zo complex dat je het liever zelf doet dan dat je het overdraagt. Vaak wil je het ook nog zelf uitleggen aan de patiënt en dan wordt het al gauw wat later. Je leert trouwens in de loop der jaren wat op dat moment echt móet en wat kan wachten tot de volgende dag.’
Ik voel me gezien en gewaardeerd
‘Ik heb het gevoel dat ik als anios meetel en gezien word. Natuurlijk heb ik inmiddels wat ervaring opgebouwd in de 3 jaar dat ik hier werk. Ook weet ik waar mijn kwaliteiten liggen en wanneer ik hulp moet vragen. En ik denk dat dat door mijn collega’s, zowel de assistenten als de specialisten, gewaardeerd wordt. Ze weten wat ze aan me hebben. Ja, ik maak echt deel uit van het team. Als ik iets te zeggen heb of een idee heb, dan wordt daar zeker over nagedacht. Dat heb ik wel moeten leren, als beginnende assistent vond ik dat lastig. Maar omdat ik nogal kritisch ben op mezelf, trok ik wel aan een jas als ik iets niet goed begreep, niet wist of niet kon. We zijn immers met mensenlevens bezig, dus het moet goed zijn. Op den duur leer je wel hoe je iemand aan de jas kunt trekken. Bij de één kan dat heel direct zijn, bij de ander doe je dat subtiel. Je leert hoe je op de meest efficiënte en prettige manier hulp kunt vragen.’
Helder hoofd, rustig hart
‘Als assistent heb je een verantwoordelijkheid. Toch ervaar ik die niet als druk. Dat ligt aan m’n aard. Als persoon ben ik heel rustig én een eeuwige optimist; ik ben er vast van overtuigd dat alles goed komt. Misschien niet altijd op de manier hoe ik het verwacht had, maar het komt goed. Dat zorgt ervoor dat ik helder kan denken in stress-situaties en dat maakt ook dat ik mijn eigen druk wat kan relativeren.’
De kracht van het woord
‘Ik zette mijn eerste stappen als dokter in de Corona-tijd. Pittig. Je maakt heel veel mee. Goede en slechte dingen. Ik heb daar wel heel veel voldoening uitgehaald. Zelfs uit de slechtnieuwsgesprekken die ik heb moeten voeren. Je ziet dat de patiënt of familie aan de andere kant van de tafel huilt en het heel moeilijk heeft. Als je dan de helpende hand kunt bieden en ondersteuning kunt geven, dat vind ik heel mooi. Ik weet wat de kracht van het woord is – ik schrijf en speel toneel – dus daar ben ik heel erg mee bezig. Je moet eerlijk zijn en zeggen wat er gezegd moet worden. Maar er moet zeker ruimte zijn voor die menselijke kant daarin. Als er dan die mentale connectie is… daar haal ik voldoening uit. Oók als het verschrikkelijk nieuws is dat mensen te horen krijgen.
Ik krijg het terug van patiënten: “Dankjewel voor dit gesprek, het heeft mij goed gedaan”. Of: “Wat fijn dat jij mijn dokter was.” Dan voel ik me supergoed, daar krijg ik zó veel energie van.’